De intake is een vraaggesprek over de klacht en zijn context.

De osteopaat zal niet alleen vragen naar de klacht en hoe deze eventueel is ontstaan, maar ook naar leefstijl, eerdere blessures of andere medische relevante informatie zoals medicatie en operatieve ingrepen.

Hierdoor krijgt de osteopaat een duidelijk beeld over hoe de klacht zich voordoet en hoe deze is ontstaan.

Na de intake vindt het osteopathisch onderzoek plaats.

Voor het onderzoek begint zal de patient worden verzocht om zich om te kleden in passende kleding. Strak zittende sportkleding of ondergoed is gebruikelijk.

Tijdens het onderzoek wordt het hele lichaam met de handen onderzocht op de beweeglijkheid van weefsels. Zo zal de osteopaat de beweeglijkheid van de gewrichten, organen en het omliggende bindweefsel beoordelen. Het kan namelijk zo zijn dat de oorzaak van de klacht zich ergens anders uit dan waar de pijn ervaren wordt.

De bewegingsbeperkingen worden in kaart gebracht en onderling uitgetest om zo de oorzaak van de klacht te achterhalen. Wanneer de oorzaak is gevonden zal de osteopaat dit ook met de patient bespreken.

De behandeling bestaat uit zachte manuele technieken waarbij doormiddel van rekkende en mobiliserende bewegingen het weefsel wordt behandelt.

Naast het manueel behandelen geeft de osteopaat ook leefstijladviezen ter preventie van het verder ontwikkelen of instandhouden van het klachtenpatroon.

Na elke behandeling vindt een evaluatie plaats om vast te stellen of er iets verandert in het klachtenpatroon.

Doorgaans zijn er ongeveer drie behandelingen nodig om merkbaar resultaat te ervaren.

Dat wil niet zeggen dat de klachten over moeten zijn, maar wel dat je effect merkt van de behandelingen.